WOORDENBOEK NEDERLANDS - INDONESISCH

A
ach, ojee, au - aduh

B
banaan - pisang 
bank - bank 
bed - tempat tidur 
bedorven, verrot - busuk 
begrafenis - upacara orang mati 
berg - gunung 
betelnoot - sirih 
boos - marah 
buffel - kerbau 
busstation - stasiun bis

D
dakbedekking, vaak van gedroogd palmblad - atap 
dank u, bedankt - terima kasih 
de Hollandse periode - waktu Belanda 
dichtbij - dekat 
dokter - dokter 
dorst - haus 
drinken - minum 
duur - mahal 

E
eethuis - rumah makan 
eiland - pulau 
eilandengroep - kepulauan 
eten - makan

F
fijn, fijnbesnaard - halus 
fort - benteng

G
gekookt - sudah masak
geld - uang gesloten - tutup 
goede reis - selamat jalan 
goede(na)middag - selamat sore (15.00-19.00 uur) 
goedemiddag - selamat siang (11.00-15.00 uur) 
goedemorgen - selamat pagi 
goedenavond - selamat malam 
goedkoop - murah 
graf - kuburan, liang 
groot - besar 
grot - gua

H
het geeft niet, niets aan de hand - tidak apa-apa 
heuvel - bukit 
hoe gaat het ermee? - apa kabar? 
hoe heet u? - siapa nama saudara 
hoe laat is het? - jam berapa? 
hoe veel? - berapa?
hoeveel kost dit? - berapa harganya itu? 
hoofd - kepala 
hoofd van kabupaten (regentschap) - bupati 
hoofd van kecematan (district) - camat 
hoofdweg - jalan raya 
hotel - hotel 
huis - rumah

I
ik begrijp u niet - saya tidak mengerti 
ik wil de kamer zien - saya mau lihat kamar 
ik wil... - saya minta (beleefder dan saya mau) 
inbegrepen, inclusief - termasuk 
injectie - suntik

J
ja - ya 
jaar - tahun 
jongere broer - adik (is ook aanspreektitel voor jongeren)

K
kaartje - karcis 
kapot - rusak 
keuken - dapur 
klein - kecil 
kom binnen - mari masuk 
koorts - sakit flu 
koud - dingin 
kruidendrank - jamu

L
lap stof - kain, sarong 
laten we gaan - mari kita berangkat 
lopen, te voet - jalan kaki 

M
maan - bulan maand - bulan 
mag ik..? - boleh..? 
man - orang laki-laki (op wc: pria) 
markt - pasar 
masseur, masseuse - tukang pijit 
meer (geogr.) - danau 
mejuffrouw - nona 
meneer - bapak, pak 
mens, persoon - orang 
mevrouw - ibu 
mijn echtgenoot - suami saya 
mijn echtgenote - isteri saya 
mijn naam is .. - nama saya 
mobiel eetkraampje - kaki lima 
moeder - ibu morgen - besok 
muskiet, mug - nyamuk

N
nacht - malam 
nee - tidak 
niets te danken, van hetzelfde - sama sama 
noord - utara


O
onbeschaafd, grof - kasar 
onbevloeide akker - ladang 
oost - timur 
open - buka 
overleden - mati 
overmorgen - besok lusa 
overnachten - bermalam 
overstroming - banjir

P
pakje, verpakking - bungkus 
pardon - ma'af pas op - awas 
persoonlijk lidwoord bij respectvol aanspreken - si 
postkantoor - kantor pos

R
rechtdoor - terus saja 
restaurant - restoran 
rijst telen - menumbuk padi 
rijst(geoogst) - nasi 
rijstschuur - lumbung 
rivier - kali

S
schoen- sepatu 
schoon - bersih 
sigaret alstublieft - minta rokok 
sla linksaf/rechtsaf - belok kiri/kanan 
slapen - tidur 
snel - cepat 
sneu!, jammer!, medelijden - kasihan! 
stoel - kursi 
stout - nakal 
supermarkt - toko serba ada 

T
tafel - meja 
tandarts - tukang gigi 
te duur! - terlalu mahal! 
te laat - terlambat 
toilet (heren/dames) - toilet, wc (pria/wanita) 
toiletpapier - kertas wc 
tuin - kebun 
twee uur(op klok) - jam dua 
twee uur(tijdsduur) - dua jam

V
vandaag - hari ini 
varken - babi 
veel, zeer - banyak ver - jauh 
verboden - dilarang 
vergunning - surat izin 
verrijdbare eetstal - kaki-lima 
vies - kotor 
vliegveld - lapangan terbang 
voet - kaki 
vrouw - perempuan (op wc: wanita)

W
waar is de weg? - mana jalan? 
waar is.. - di mana.. 
waar wil je heen - mau ke mana 
waarom - mengapa 
wacht op mij - tunggu saja 
wanneer - kapan warm - panas 
wasgoed - cuci 
wat kost dit? - berapa harganya wat? - apakah 
water - air 
water koken - memesak air 
waterschep uit mandikamer - gayung 
week - minggu 
welkom - selamat datang 
welterusten - selamat tidur 
west - barat 
weven - tenunan 
wie - siapakah 
wind - angin 
winkel - toko 

Z
zee - laut 
ziek - sakit 
zieke - orang sakit 
ziekenhuis - rumah sakit 
zitten - duduk 
zo is het! - betul! 
zoals u wenst - terserah 
zon - matahari

In het restaurant 
mes - pisau (bijna nooit aanwezig) 
vork - garpu 
lepel - sendok 
keuken - dapur 
koud - dingin
heet - panas
zout - garam
suiker - gula

Menukaart 
asam manis - zoetzuur (Chinees) 
ayam - Kip
babi - varken 
cumi-cumi - inktvis 
daging - vlees 
goreng - gebakken 
ikan belut - aal 
ikan teri - krokant gebakken hete en gezouten minuscule visjes 
ikan kakap - deze zeevis, de Latas calcarifer, is een van de lekkerste van Indonesië 
ikan bakar - geroosterde vis 
Istimewa - speciaal 
kangkung - waterspinazie, ook wel eens moerasspinazie genoemd 
kare - kerrie 
kepiting - crab 
kodok - kikker 
lontong - in bananeblad gestoomde rijst 
martabak - pannekoek met ei en groenten of chocola en noten 
mentega - boter 
mie bakso - bamisoep met vleesballetjes 
mie Kuah - miesoep 
nasi putih - witte rijst 
nasi tim - rijst gekookt in kippebouillon met stukjes kip 
nasi bungkus - rijst met bijgerechten verpakt in bananeblad of papier (take-away)
nasi campur - rijst met een beetje van alles erbovenop, een soort mini-rijsttafel 
opor ayam - in kokosmelk gekookte kip 
sayur lodeh - kruidige groentensoep 
sayur - groenten 
telor - ei 
udang karang - zeekreeft 
udang - garnalen

Drankjes & Toetjes
air minum - drinkwater 
air jeruk - citroensap met water en suiker 
arak - rijstdistillaat 
brem - rijstwijn 
es juice - een fruitdrankje met geraspt ijs met fruit 
es buah - een mix van geraspt ijs, gecondenseerde melk, geraspte kokos, siroop, gelei en fruit. 
es campur - waterijs met fruit lassi - een verfrissende yoghurtdrink 
susu -melk (altijd zoet en gecondenseerd) 
tuak - palmwijn